Categorie Archief Headliner

Living Building in wording met betaalbare technologie

In een bedrijfsverzamelpand in Eindhoven worden, door toepassing van betaalbare technologieën, verregaande energiebesparing, waterreductie en comfortverbetering gerealiseerd. Eigenaar, verhuurder, sensorontwikkelaar, online platform en huurders werken samen aan een innovatief project, Smarter Buildings genaamd. Doel is om betaalbare oplossingen te bieden voor bestaand vastgoed op nationaal en Europees niveau.

Europees programma

Smarter Buildings is onderdeel van OP-Zuid, een zesjarig Europees subsidieprogramma. Het Eindhovens project wordt begeleid door Sander Smit. “Dit project heeft subsidie gekregen om te testen of de ingezette technologieën ook betaalbaar, uitvoerbaar en internationaal schaalbaar zijn. Bijzonder aan deze business case is, dat niet alleen de energie- en waterbesparing wordt gemonitord, maar ook de functie van het gebouw en de effecten van die functies op het welzijn van de huurders. Dus echt een Living Buildings project.” Dat zijn gebouwen, die een positief en duurzaam effect hebben op de mens, haar leefomgeving en de wereld.

Cross-over

“Essentieel onderdeel van het programma is dat de ervaringen, die worden opgedaan in dit Eindhovens kantoorproject, cross-over worden toegepast in een ander gebouw, namelijk een woonzorg complex in Culemborg. Daar wordt getest hoe de in Eindhoven ingezette technologieën worden ervaren door (dementerende) ouderen,” aldus Sander.

Oud Philips pand

Interieur impressie

Het Eindhovens project wordt uitgevoerd in een voormalig Philips kantoor uit 1959 met een gebruiksoppervlakte van 1100 m2. “Het gebouw is door toepassing van ons shared facility concept S-CLUSIV multi tenant geworden”, zegt Chantal Custers, werkzaam bij de verhuurder.

‘Verslimmen’ van gebouwen op leeftijd

“Als ontwikkelaar en leverancier van het platform is Simaxx vanaf het begin betrokken bij dit project”, geeft Wilfred van der Plas aan. “Het is onze uitdaging om bestaande gebouwen van een bepaalde leeftijd te ‘verslimmen’. Er zijn enkele tienduizenden gebouwen in Nederland, waar je met betaalbare technologieën echt impact kunt hebben op de duurzaamheid en leefbaarheid van het gebouw. Wij maken zo veel mogelijk gebruik van de technologie, die al in het gebouw zit, zoals de gas- en elektrameter. Maar wel met de toevoeging van nieuwe sensoren. Een van onze belangrijkste taken is, om voor elke stakeholder de juiste informatie uit het gebouw aan te leveren. Dat vergt veel afstemming met de eigenaar, verhuurder en huurders.”

Dashboard

Duurzamer, gezonder en comfortabeler

Toegepaste sensor

Jan Mink ontwikkelt met zijn bedrijf VTEC Lasers & Sensors de sensoren voor het project. Deze sensoren meten onder meer temperatuur, aanwezigheid van personen, luchtvochtigheid, CO2, vluchtorganische stoffen en licht. Jan: “De data uit onze ClearClimate sensoren worden door Simaxx vertaald naar informatie voor de eigenaar, Stichting Beheer Boschgoed, verhuurder KRAGT en natuurlijk de huurders zelf. We willen met de informatie, die we de komende maanden zullen verzamelen, het pand nog meer laten floreren. Zodanig dat het ook echt een Living Building zal worden, dus duurzamer, gezonder en comfortabeler voor de huurders!”

Betaalbare technologie

Chantal: “Na het vertrek van twee grote huurders, mede als gevolg van het ontbreken van klimaatbeheersing, was er een urgentie ontstaan. Maar hoeveel investeer je nog in een oud kantoor, als het gebouw binnen een paar jaar mogelijk omgebouwd zal worden naar woningen? Wat ons betreft met technologie, die betaalbaar is en er voor zorgt, dat de bestaande huurders in ons gebouw willen blijven, omdat het klimaat en het comfort op orde zijn.”

Inzicht in gebruik en gedrag

Door de ingezette technologie heeft de verhuurder al veel meer inzicht gekregen in het energie- en watergebruik, maar ook in het gedrag en gebruikspatroon van de huurders. Chantal: “Hierdoor weten we heel nauwkeurig wat er daadwerkelijk in het gebouw gebeurt en kunnen wij die informatie zo optimaal mogelijk vertalen naar gebruikscomfort voor onze huurders.”

Betrokken huurders

“We waarderen het dat onze huurders zich betrokken voelen bij het Smarter Buildings project. Zij hebben onder meer toestemming gegeven voor het plaatsen van een sensor in hun kantoor,” zegt Chantal. Zo geeft Sander aan: “Je wil namelijk zo min mogelijk inbreuk maken op de privacy van de huurders. Voor de betrokkenen bij dit soort projecten kan dat nog wel eens een uitdaging zijn.” Een van de huurders in het pand, architect Margriet Eugelink zegt: “De sensor hangt nu sinds enige tijd in mijn kantoor. Er is een paar keer contact geweest hierover, maar verder wordt er in deze fase nog niet zoveel over gecommuniceerd.” De samenwerkingspartners herkennen dat en werken op dit moment aan de ontwikkeling van de dashboards, die invulling geven aan de interne communicatie met de huurders.

De mens is leidend

De partners van het project zijn het unaniem met elkaar eens. Het zijn de mensen, die gebouwen tot Living Buildings maken. Het is dus niet de technologie die leidend is, maar het duurzamer, gezonder en comfortabeler werken, wonen of verblijven van de mens in dat gebouw. Community management maakt daar volgens hen een integraal onderdeel van uit. Ze hebben zich daarom ook ten doel gesteld om meer verbinding te realiseren met en tussen de huurders als community in dit Living Building in wording.

Chantal Custers (KRAGT), Wilfred van der Plas (Simaxx), Jan Mink (VTEC Lasers & Sensors), Mariëlle Wieman (auteur) en Sander Smit (BM-Change).

Externe media

Dit door Living Buildings geschreven artikel is gepubliceerd op de website en in het magazine van F-facts. En op de website van Platform Duurzame Huisvesting.

Stel altijd je menselijk kapitaal centraal

NovaGo is een online platform voor ruimte- en werkplekbeheer voor kantoren en het onderwijs. Dit Rotterdamse bedrijf stelt de mens als eindgebruiker in het gebouw centraal en niet de technologie. Alleen als je dat consequent doet, kan volgens Sander Donkers en Gerard Soeteman sprake zijn van een Living Building.

Gat in de markt

Sander: “Het viel ons op dat er een grote discrepantie zit tussen roosterprogramma’s en het werkelijk gebruik van ruimten. Gerard en ik zagen echt een gat in de onderwijsmarkt met MySchoolApp en in de kantorenmarkt met MyOfficeApp.” Huisvesting adviesbureau KWK was vervolgens bereid om mee te investeren en zorgde voor een nog betere ontsluiting met de onderwijs- en kantorenmarkt. PROCIT haakte als internationaal opererende IT partner aan. Het bedrijf is bewust onder een internationaal klinkende naam opgericht, vanwege de buitenlandse ambities.

Menselijk kapitaal centraal

Gerard: “Vanaf de start hebben we het online platform vanuit de vraag van onze klant ontwikkeld. Door consequent te werken vanuit die stevig doordachte filosofie én door onze jarenlange werkervaring aan de gebruikerskant van kantoren en het onderwijs, ontwikkelen we onze producten en diensten ook écht vanuit die klantbehoefte. Het menselijk kapitaal staat bij ons centraal!” Sander: “De technologie is altijd volgend! Daarin onderscheiden wij ons absoluut ten opzichte van andere aanbieders.”

Gebruikers faciliteren

Het platform helpt gebruikers, door inzet van de ontwikkelde technologie, onder meer om de goede werkplek te vinden. Gerard: “Ons motto is niet voor niets; Wij helpen mensen het beste uit zichzelf te halen. Hoe hoort een ideale werkdag te beginnen? Wat past vandaag bij mijn werkzaamheden? Die vragen beginnen al thuis, bij de raadpleging van de app. Ik denk dat mensen heel gelukkig worden, als ze gefaciliteerd worden, om te kunnen bepalen waar ze kunnen werken. Dat kan op kantoor zijn, maar ook thuis.” Sander: “Wij geven organisaties inzicht in het gebruik van hun vastgoed. Ons online platform is vooral interessant voor kantoren vanaf 300 medewerkers.”

NovaGo app

Veiligheid en privacy essentieel

Bij het realiseren van een Living Building is het volgens Gerard en Sander essentieel dat de IT veiligheid van de systemen en de privacy van de mensen in de gebouwen uitstekend worden geborgd. En naar eigen zeggen voldoen zij daaraan. “Wij zijn er trots op dat wij onze meetsensoren zelfs in de strengst beveiligde gebouwen van Nederland mogen plaatsen,” aldus Gerard.

‘War for talent’

Gerard en Sander merken dat, mede als gevolg van de ‘war for talent’, organisaties steeds harder hun best doen om medewerkers te faciliteren in hun gebouwen. Daar waar het vroeger ‘not done’ was om een app van je werk op je telefoon te hebben, is dat nu heel gewoon. Gerard: “Je ziet dat de ‘work life balance’ de afgelopen jaren echt is verschoven. Zo werken we bijvoorbeeld veel vaker thuis. Dus ook thuis moeten medewerkers gefaciliteerd worden. Onze app voorziet daarin.”

Gezonder en duurzamer exploiteren

Sander: “Ik zie dat klanten, steeds meer werk willen maken van Living Buildings, door het gezonder en duurzamer exploiteren van hun gebouw. Zij zijn zoekende naar een passend en aantrekkelijk aanbod voor hun medewerkers. Anderzijds zijn aanbieders volop bezig met het ontwikkelen van online platforms daarvoor. Ik verwacht dat de marktvorming van die platforms, de komende 3 jaar nog een behoorlijke vlucht zal gaan nemen. Het zal echt een markt op zich gaan worden.”

Niet teveel lastigvallen met techniek

Gerard: “Onze concurrenten zijn vooral actief bij de allergrootste bedrijven. Echter, dat is slechts 4 tot 5% van de kantorenmarkt. Deze kleine categorie bedrijven kan zich ‘high tech-m2’ permitteren, zoals Microsoft en bedrijven aan de Zuidas. We focussen ons vooral op bedrijven, die op zoek zijn naar een moderne oplossing, die minder investering in het gebouw vraagt. We willen de gebruiker ook niet teveel lastigvallen met techniek op de werkplek, maar hen via een app gewoon de plaats kunnen wijzen, waar het bijvoorbeeld rustiger, kouder of warmer is.”

Living Building ambities

Sander: “Wij richten ons dus op gebouwen, waar we revitaliseren én een koppeling willen realiseren tussen een planningstool, ons pakket en een gebouwbeheersysteem.” Ze willen binnenkort een pilot starten, die bedoeld is voor grote bedrijven (500+), die graag hun vastgoed willen revitaliseren. Gerard: “Een kantoor of onderwijsinstelling met Living Building ambities.”

Keep it simple

Terugkijkend op de afgelopen 5 jaar, zijn Sander en Gerard vooral trots op waar ze nu als volwassen bedrijf staan. Daar past ook hun nieuwe kantoor in het Groot Handelsgebouw Rotterdam bij, dat zij per 1 juni gaan betrekken. Gerard: “Ons advies is; hoe ingewikkeld het ook lijkt, help alsjeblieft de eindgebruiker!” Sander: “Benut vooral ook de potentie van wat je al aan techniek in je gebouw hebt zitten! Er is daarmee nog zoveel te winnen. Faciliteer de mensen in je gebouw zoveel mogelijk en ‘keep it simple’! Er is pas écht sprake van een Living Building, als de mensen in die gebouwen ook daadwerkelijk worden gefaciliteerd, om het beste uit zichzelf te halen.”


Van links naar rechts: Mariëlle Wieman (auteur), Gerard Soeteman en Sander Donkers (NovaGo)

Living Buildings interviewreeks

Om meer aandacht te vragen voor Living Buildings worden experts geïnterviewd, die hiermee bezig zijn. Living Buildings staat voor een holistische en integrale benadering van gebouwen. Waarbij gebouwen een positief en duurzaam effect hebben op de mens, haar leefomgeving en de wereld. In deze interviewreeks belichten zij de inspanningen en resultaten van die betrokken stakeholders. Ieder vanuit zijn of haar expertise.

“Impact van natuur op vastgoedwaarde wordt steeds groter!”

Wie Lodewijk Hoekstra zegt, denkt gelijk aan Nederlands bekendste tv-tuinman. Hij presenteerde jarenlang ‘Eigen Huis en Tuin’ en sinds juli 2018 ‘De Grote Tuinverbouwing’. Wat velen niet weten, is dat Lodewijk naast tuinman ook ondernemer en een groot voorvechter is van een duurzame wereld. In dit Living Buildings Expertinterview deelt hij zijn integrale visie op de toekomst van vastgoed. Lodewijk is er namelijk van overtuigd dat de komende jaren de impact van de natuur op de vastgoedwaarde groter zal worden dan ooit! 

Sluitstuk in begroting

Volgens Lodewijk zijn groen en de natuur vaak nog het sluitstuk in de begroting. Terwijl de waarde van het vastgoed gemiddeld maar liefst 10 tot 15% stijgt in een groene omgeving. Men moet dan ook goed nadenken over de interactie tussen het gebouw en zijn omgeving. Lodewijk: “We stellen ons als groene sector nog veel te bescheiden op. De rol van de groenvoorziener is velen malen belangrijker dan men denkt!” 

Groen is vaak niet ‘groen’

Volgens Lodewijk kan er nog veel verbeterd worden aan het kennisniveau over groen, over de natuur én de impact daarvan op vastgoed. Hij vindt dat bouw- en vastgoedprofessionals nog te veel met ‘de stenen’ zelf bezig zijn. Dit, terwijl de waarde van het vastgoed aantoonbaar verhoogt, door te investeren in vergroening van de directe leefomgeving. “Architecten gaan momenteel helemaal ‘los’ met groen. Maar wat velen zich niet realiseren is, dat het gebruikte groen, vaak helemaal niet ‘groen’ is. Veel beplanting is bijvoorbeeld niet duurzaam gekweekt”, aldus Lodewijk. 

Integraal en biobased

Lodewijk wil voorkomen dat de inzet van groen beperkt blijft tot een ‘groene spread’. Hij voorziet dat alleen een integrale aanpak met biobased solutions voor de natuur en het groen, toekomstbestendig is voor de waardevermeerdering van het vastgoed. Lodewijk vindt Park 20|20 in Hoofddorp een uitstekend voorbeeld van die samenwerking tussen 
vastgoed- en groenprofessionals. De meeste vastgoedprofessionals kunnen daar nog veel van leren. 


Park 20|20, foto: NL Greenlabel

Meten is weten

Vastgoedbedrijven willen er natuurlijk zeker van kunnen zijn, dat de waarde van hun vastgoed ook daadwerkelijk vermeerdert, door te investeren in groen en de natuur. Centrale vraag is hoe deze groene impact op gebouwen meetbaar en financieel kwantificeerbaar gemaakt kan worden. Nico Wissing, tuin- en landschapsarchitect en Lodewijk Hoekstra hebben in 2012 rondom dit vraagstuk de krachten gebundeld in NL Greenlabel. Zij maken de leefomgeving duurzaam en meetbaar met het NL Gebiedslabel. Op productniveau doen zij dat met het Duurzaamheidspaspoort. 

Proces belangrijker dan label

Lodewijk: “Het gaat er niet eens zozeer om, dat je een label behaalt. Of dat nu van BREEAM, NL Greenlabel of van een andere organisatie is. Het proces dat het bedrijf daarbij doorloopt is vele malen belangrijker!” Hij is blij dat steeds meer bouw- en vastgoedbedrijven, zoals Heijmans en Ballast Nedam, een integrale aanpak nastreven en die duurzame stappen in de leefomgeving aan het zetten zijn. Niet omdat het wettelijk moet, maar omdat ze ervan overtuigd zijn. Lodewijk: “De mens, het milieu én het 
vastgoed zullen alleen dán toekomstbestendig zijn, als er vanaf nu alleen nog natuurinclusief gebouwd én geëxploiteerd zal worden. Samen duurzaam op weg naar Living Buildings dus!” 

Living Buildings interviewreeks

Om meer aandacht te vragen voor Living Buildings interviewen Ferdinand Wieman en Mariëlle Wieman experts die hiermee bezig zijn. Living Buildings staat voor een holistische en integrale benadering van gebouwen. Waarbij gebouwen een positief en duurzaam effect hebben op de mens, haar leefomgeving en de wereld. In deze interviewreeks belichten zij de inspanningen en resultaten van die betrokken stakeholders. Ieder vanuit zijn of haar expertise. 

Nederlandse Bouwprijs 2019 voor Biosintrum

Op maandag 4 februari zijn, tijdens een feestelijke uitreiking, de winnaars bekendgemaakt van De Nederlandse Bouwprijs. Ferdinand Wieman, founder van Living Buildings, was hier uiteraard bij aanwezig.

De jury van de tweejaarlijkse prijs heeft uit 70 inzendingen winnaars en genomineerden geselecteerd die een bijdrage leveren aan de drie pijlers people, planet en profit. Meer dan ooit stelt de maatschappij namelijk kritische eisen als het gaat om energiezuinigheid en het (her)gebruik van grondstoffen, om bij te dragen aan een circulaire economie. De winnende inzendingen zijn actief met dit vraagstuk aan de slag gegaan en hebben daarbij een innovatieve, verrassende en grensverleggende aanpak gekozen.

De prijzen zijn uitgereikt in vier categorieën: gebouwen, bouwmaterialen en -systemen, civiele kunstwerken en talent met toekomst. Per categorie zijn er naast een winnaar en genomineerden ook een aantal eervolle vermeldingen. Eervolle vermeldingen zijn toegekend omdat de jury deze projecten vanwege hun bijzondere bijdrage wil uitlichten om daarmee de sector wil stimuleren dat dergelijke initiatieven ook in de toekomst navolging krijgen.

Biosintrum winnaar in de categorie gebouwen

De Gemeente Ooststellingwerf heeft Paul de Ruiter Architects opdracht gegeven tot het ontwerp van het uitzonderlijk duurzaam BREEAM Outstanding Biosintrum als het bruisende hart van het Ecomunitypark. Het Biosintrum is een energieneutraal gebouw, dat voor meer dan 80% bestaat uit biobased materialen en een inspiratiebron vormt voor studenten en professionals. De jury zegt over deze inzending dat dit een voorbeeldproject is van een integrale aanpak van bio-based materialen, circulair bouwen én waar bovendien de totale groene inpassing in het ontwerp is meegenomen. Heel inspirerend vindt de jury daarnaast het betrekken van de doelgroep bij het ontwerp en de bouw van het gebouw.

SUPERLOCAL-Super Circular Estate de beste in de categorie bouwmaterialen & -systemen

De ambitie van de circulaire gebiedsontwikkeling SUPERLOCAL is om de materialen van drie leegstaande hoogbouwflats te hergebruiken voor de bouw van circa 130 sociale huurwoningen en de inrichting van het openbaar gebied. In 2018 is een Expogebouw opgeleverd, een bouwkundig experiment om te onderzoeken of woningen gemaakt kunnen worden van de materialen en bouwstoffen die vrijkomen bij de sloop van een flat. Het Expogebouw bevat de belangrijkste elementen van een reguliere woning, waardoor het als test fungeert voor het hergebruiken van sloopmaterialen bij de realisatie van nieuwe woningen. De jury prijst het experiment en de manier waarop is nagedacht over groenvoorziening en de waterberging. Ook de sociale aspecten, de innovatieve samenwerking, de gedeelde verantwoordelijkheden en de klankbordgroep is indrukwekkend te noemen.

Hoogwatergeul Veessen Wapenveld is het beste civiele kunstwerk

Tussen Veessen en Wapenveld is in het kader van Ruimte voor de Rivier een hoogwatergeul gerealiseerd. In plaats van het water binnen de bestaande dijken te houden geeft de geul bij extreem hoogwater ruimte aan de IJssel. Door de opzet van de Hoogwatergeul kan bij een normaal en hoog waterpeil het huidige agrarisch gebruik van de gronden in de geul voortgezet worden. De jury is van mening dat hier sprake is van een toonbeeld van landschappelijke schoonheid. Een prachtig staaltje Hollandse Delta met veiligheid binnen een integrale gebiedsaanpak. Volgens de jury is dit het resultaat wanneer een interdisciplinair team van architecten, landschapsarchitecten en ingenieurs gaan samenwerken; een oplossing die doet waarvoor het ontworpen is – hoogwater beheersen – maar die ook mooi opgaat in de omgeving.

Het Talent met toekomst is Saartje van der Made

Saartje van der Made kwam in 2008 bij Benthem Crouwel Architects werken en was net afgestudeerd. Als assistent ontwerper begon zij aan het project Noord/Zuidlijn, de nieuwe metrolijn in Amsterdam. Haar ideeën over de stedenbouwkundige inpassingen van het station hebben geresulteerd in de karakteristieke uitstraling van de entreegebieden, waar het materiaal van de straat overloopt in de entree, om daarna te veranderen in de materialen die typerend zijn voor de ondergrondse ruimte. De jury vindt het prijzenswaardig dat Saartje zo jong en met weinig ervaring een enorme verantwoordelijke en beeldbepalende rol kreeg bij de Noord/Zuidlijn en kan de mening van Saartje bevestigen dat de Noord/Zuidlijn een ‘familie van stations’ herbergt.

Foto: Ferdinand Wieman

BIM praktisch toepasbaar in de beheerfase

Hoe zorg je er voor dat alle data van je vastgoed in de beheerfase compleet, up-to-date, bereikbaar en 24/7 beschikbaar is? Die vraag triggerde Léander van der Voet en twee studiegenoten om in 2013 met FIMBLE te starten. Zij willen een bijdrage leveren aan het praktisch toepasbaar maken van BIM in de beheerfase.

‘BIM in de beheerfase levert een belangrijke bijdrage aan duurzame en gezonde gebouwen!’

De pioniers helpen zoveel mogelijk beheerders, beleggers, corporaties, gemeenten en zorginstellingen om hun data zo optimaal mogelijk te organiseren. Hun streven is om hiermee bij te dragen aan het versneld verduurzamen en gezonder maken van bestaand vastgoed.

Praktisch toepasbaar

Het bedrijf, gevestigd in Amsterdam Sloterdijk en inmiddels gegroeid naar 12 medewerkers, hanteert een pragmatische aanpak. De pioniers zien BIM vooral als een databron van de organisatie. Léander van der Voet, oprichter: “Wij adviseren om vanuit die centrale bron, oftewel het BIM model te werken en deze in te richten op basis van de wensen en behoeften van de gehele organisatie en haar stakeholders.”

Het kennisniveau van de FIMBLE professionals is hoog, zowel bouwtechnisch als bedrijfskundig. De organisatie onderscheidt zich door haar onafhankelijkheid. Michael Sandel, commercieel directeur: “Wij zoeken juist graag de samenwerking op met softwarepartijen, niet de concurrentie. Je kunt dit integrale organisatievraagstuk namelijk niet alleen aanpakken!”

Altijd en overal

FIMBLE werkt met open standaarden, waar andere partijen op kunnen aansluiten en vice versa. Zo zijn ze er trots op dat zij samen met hun partner IRP BIMkeeper hebben ontwikkeld. Met deze geavanceerde webapplicatie is BIM online benaderbaar en dus plaats- en tijdsonafhankelijk. Je hebt altijd en overal alle informatie van je gebouw tot je beschikking.

Wat velen niet weten, is dat je in BIM zoveel meer data kunt opnemen, die ook binnen andere afdelingen van je organisatie kunnen worden gebruikt. Dat deze applicatie zich inmiddels flink in de kijker speelt, blijkt onder andere uit de award ‘Best Brand’ in Facility Management, die in oktober 2018 door CMO Asia in Dubai werd uitgereikt aan BIMkeeper.

Verduurzaming

Léander: “Door op de juiste wijze je data in te richten, weet je met een paar drukken op de knop wat er speelt binnen je gebouw. Wij dragen daardoor ook bij aan de verduurzaming van het vastgoed. Met BIM in combinatie met sensoring krijg je namelijk inzicht in de staat van onderhoud van het vastgoed. Door daaraan je duurzaamheidsdoelstellingen op materiaal- (Madaster) en/of certificeringsniveau (BREEAM, GPR, WELL) te koppelen, word je extra uitgedaagd om je duurzaamheidsambities te realiseren.”

BIM praktisch toepasbaar in de beheerfase

Werkgeluk

“Ook kun je veel tijd, geld en ergernis besparen door het optimaal inrichten van je data in BIM. In het valideren en controleren van data gaat namelijk veel tijd zitten. Die tijd kun je met BIM grotendeels besparen voor je organisatie en stakeholders,” zegt Léander. FIMBLE merkt echt dat het werkgeluk in organisaties toeneemt, omdat veel dubbel en ook onnodig werk van medewerkers komt te vervallen.

Organisatievraagstuk

Het inzichtelijk maken van vastgoeddata is echt een organisatievraagstuk. Michael: “Zorg dus dat je als organisatie je data goed op orde hebt. Dan is een doorbraak naar een ander business model mogelijk en heb je als organisatie meer tijd voor andere belangrijke zaken. Essentieel is wel dat je relevante stakeholders, te starten met je opdrachtgever(s), moeten openstaan voor het ontsluiten van data.”

Léander: “Gelukkig is daar al meer draagvlak voor, dan toen wij ruim 5 jaar geleden startten.” Belangrijk is dat databeleid echt door de directie dient te worden omarmd en gestimuleerd. Michael: “Mede vanwege de schaarste op de arbeidsmarkt zoeken partijen elkaar steeds meer op om samen op efficiënte wijze aan data-uitwisseling te doen.“

Drones en sensoren

Léander verwacht dat we de ontwikkelingen in artificial intelligence en machine learning de komende jaren veel zullen gaan terugzien in de gebouwde omgeving. Ook drones en sensoren zullen steeds vaker worden ingezet om de staat van onderhoud van het vastgoed te bepalen. Sensoren zullen gaan vertellen wat voor soort onderhoud nodig is én ook wanneer. Installateurs, leveranciers en nieuwe partijen zullen een belangrijke rol gaan spelen bij de implementatie van deze nieuwe technologische ontwikkelingen in de gebouwde omgeving.

‘Technische’ droom over Living Buildings

Léander: “Wij willen digital twins voor Living Buildings blijven ontwikkelen. Het is onze ‘technische’ droom om organisaties met die digital twins te faciliteren met het zo duurzaam en gezond mogelijk exploiteren van hun vastgoed en vastgoedportefeuilles. Als de mensen in die gebouwen er met veel plezier in werken, wonen of verblijven, is onze missie geslaagd!

Ons advies aan de markt is dus: sta er voor open om je data te delen en werk integraal samen met je collega’s en relevante stakeholders. Het maakt je gebouwen slimmer, duurzamer en gezonder én de mensen die er in bewegen gelukkiger. Ook kun je veel tijd en daarmee kosten besparen. Dat is met de krappe arbeidsmarkt natuurlijk een enorme winst!”

V.l.n.r.: Mariëlle Wieman, Léander van der Voet, Michael Sandel en Ferdinand Wieman

Het interview met Léander van der Voet & Michael Sandel is afgenomen door Ferdinand Wieman.

Dit Living Buildings artikel is exclusief gepubliceerd op Bouw en Uitvoering.

“Interieur belangrijke factor in ‘the war on talent’!”

Bij binnenkomst in het Belevingscentrum van Rever Interieurprojecten stap je direct een totaal nieuwe wereld in. Het interieur leeft, het is huiselijk én professioneel tegelijk. Een groter contrast met buiten kun je je bijna niet voorstellen. Want buiten ziet industrieterrein Lageweide in Utrecht er grijs en enigszins verlaten uit. De plek waar het Living Buildings interview plaatsvindt met senior projectconsultant Anita Roelvink. En een werkomgeving die essentieel kan zijn in ‘the war on talent’.

Anita Roelvink: “Interieur belangrijke factor in ‘the war on talent’!”

Circle of Life

Anita straalt plezier uit. “Ik heb echt de allerleukste baan die ik me maar kan wensen. Elke dag mag ik werken aan werkomgevingen waar mensen blij van worden.” Vol enthousiasme begint ze te vertellen over het Circle of Life concept met de 5 C’s. Die staan voor cultuur, creativiteit, continuïteit, co-creatie & clubhuis. Zo is de kroeg (zie foto) het clubhuis van Rever. “Setting is everything. De omgeving doet iets met je. Het is belangrijk om een centrale en informele ontmoetingsplaats te creëren.”

Integrale benadering

Alle elementen van de Circle of Life komen in haar bevlogen verhaal terug en laten zien dat ze voor een totaalaanpak gaan. “Volgens onze opdrachtgevers zijn wij onderscheidend doordat we een integrale benadering hanteren. We achterhalen hun wensen & behoeften, door ook de vraag achter de vraag te stellen. Zij waarderen ons doordat we alle elementen, zoals cultuur, waarden en historie, ook echt laten terugkomen.” Als voorbeeld geeft Anita aan dat ze karpetten met afbeeldingen van de Dom in het interieur laten terugkomen bij de Gemeente Utrecht.

“Interieur-belangrijke-factor-in-‘the-war-on-talent’!”-2

Vitaal en duurzaam

“Bij de interieurs die wij realiseren staat de mens centraal en gelukkig vragen ook steeds meer organisaties hierom. Met name als het gaat om vitaliteit. We doen daarom ook vaak een nulmeting, vragen naar de emoties van de mensen en spelen daarop in. Als er te weinig vergaderplekken zijn, creëren we meer informele settings.” Op de vraag of duurzaamheid een rol speelt, antwoordt Anita: “Dat verschilt per opdrachtgever. Wij brengen duurzaamheid altijd ter sprake als onderdeel van de Circle of Life en nemen ze mee in een journey. We laten graag voorbeelden zien, zoals ook in ons belevingscentrum.” Anita verwacht ook veel van INSIDE/INSIDE, een nieuwe, onafhankelijke tool die de duurzaamheid van een interieur meet. En ze vindt ook de opkomst van het WELL keurmerk een goede ontwikkeling.

Ruimte voor projectgroepen

“In de aanvragen die we binnenkrijgen, zien we dat steeds meer opdrachtgevers hun interieur willen aanpassen om de werkprocessen te ondersteunen. Door ontwikkelingen zoals agile, scrum en lean is er veel vraag naar ruimtes voor projectgroepen.” Een andere belangrijke ontwikkeling die ze tijdens het gesprek aankaart is ICT. “Het gebouw moet voor je gaan werken, mede door sensoren en mobiele applicaties op je telefoon.”

Meerdere generaties op de werkvloer

“Het werken in projectteams is eigenlijk geen trend, maar meer een beweging. De nieuwe generaties zijn door hun studies steeds meer gewend om in projectteams te werken. Tegelijkertijd zien we op
dit moment 4 à 5 generaties op de werkvloer.” Anita geeft aan dat ze het een geweldige uitdaging vindt om voor al deze generaties “een werkplek met funfactor” te creëren.

War on talent

“Een van de belangrijkste redenen waarom opdrachtgevers met hun interieur aan de slag gaan is om personeel te behouden en nieuwe jonge professionals te werven. Ze willen zich daarmee onderscheiden in ‘the war on talent’.” Ze voegt daaraan toe dat voor de huidige generatie duurzaamheid in de keuze voor een werkgever ook belangrijk is.

Stip op de horizon

Anita merkt op dat veel organisaties met duurzaamheid bezig willen zijn en ook de stip op de horizon zien. “Maar de invulling van de weg er naartoe is niet eenduidig. De piketpaaltjes op die weg zijn voor iedereen anders.” Ze geeft aan dat vanuit haar perspectief Living Buildings vooral staat voor een integrale en mensgerichte benadering in een duurzame en vitale gebouwde omgeving.

Investeren in de mens

Anita vermeldt dat ze vanuit Rever jaarlijks diverse inspiratiesessies organiseren om te laten zien wat voor enorme impact een goede werkomgeving op de mens heeft. “Investeren in de mens heeft een positief bedrijfsresultaat tot gevolg. En dat zorgt voor continuïteit van organisaties.” Tot slot nodigt ze iedereen uit om een keer een kijkje te nemen in hun belevingscentrum. “Wees welkom!”
Na afloop van het interview geeft Anita nog een rondleiding door het belevingscentrum. We staan even stil bij het tentoongestelde maatpak. Ze geeft daarbij aan “Bij elke project ga ik voor maatwerk. Een werkomgeving die past bij de werkprocessen en identiteit van mijn opdrachtgever.”

Interviewer Ferdinand Wieman met Anita Roelvink in het Rever clubhuis

Foto’s: Ferdinand Wieman en Rever Interieurprojecten

Dit Living Buildings artikel is exclusief gepubliceerd in Bouw & Uitvoering.